Deze Barolo komt van zuidgericht hellend terroir in Bussia, waar de kleirijke, lastig te bewerken bodems zorgen voor lage opbrengsten en grote concentratie. De druiven worden eind september met de hand geoogst en streng geselecteerd. Na een klassieke vergisting met 16 dagen schilweking rijpt de wijn eerst enkele maanden op staal voor de malolactische omzetting en daarna 24 maanden in grote Franse eiken fusten (45–50 hl), gevolgd door 12 maanden flesrust—een opvoeding die kracht tempert en finesse naar voren haalt. 

In het glas toont de wijn helder robijnrood met zachte oranje schakeringen. In de neus krijg je een complex boeket van rozen en viooltjes met een discrete touch van “traditioneel nieuw” hout. De smaak is rijk en vol, met rijpe structuur, stevige maar rijpe tannines en een vastberaden, droge finale—precies het soort Barolo dat schittert aan tafel bij braises, varkensschenkel, eend en halfgerijpte kazen. Serveer rond 16–18 °C.